Verdedigen: dekken

Bij een aanval lukt het niet altijd om weg te gaan. Dan moet je dus iets anders doen.
In deze les leer je verdedigen door dekken.

Kijk maar eens naar het voorbeeld.
De zwarte loper valt het witte paard aan. Het paard kan niet naar een veilig veld vluchten. Als het paard naar de rode velden gaat, slaat de andere zwarte loper. Dan verlies je dus een stuk van drie punten.

Maar wat moet je dan wel doen?
De witte toren kan het paard helpen. Als hij op de eerste rij gaat staan, dekt hij het paard.
Zwart kan het paard nog steeds slaan. Maar dan pakt de toren de loper.
Dat is niet zo erg. Een paard is evenveel waard als een loper. Je verliest dus geen punten.

Wat moet je doen?
Dek een stuk van jezelf dat wordt aangevallen.
Zoek eerst het stuk op dat gevaar loopt: welk stuk van jou kan de tegenstander slaan?
Bedenk dan hoe je dit stuk kunt dekken met een ander stuk.
Als je dit goed doet, wordt jouw stuk niet geslagen.